Een scheiding. Een drankje met Sylvain Tesson. Een telefoontje naar Jean-Christophe Rufin. Een paar woorden gewisseld en de beklimming van de Mont Blanc geschiedde. Een ontroerend, boeiend en soms erg vermakelijk verhaal.
Achterflap
Hoogtevrees of niet – als Ludovic Escande zijn vriend en schrijver Sylvain Tesson deelgenoot maakt van zijn – om het zo maar te zeggen – midlifecrisis, zijn er snel een paar knopen doorgehakt.
“Weet je wat wij gaan doen? Wij gaan de Mont Blanc beklimmen!’
En zo sleuren Tesson, Jean-Christophe Rufin (een andere Franse schrijver) en Daniel Du Lac (een gevierd klimmer) Escande, aanvankelijk met knikkende knieën, naar een hoogte van 4800 meter in een verkwikkend avontuur dat in het teken staat van literatuur en vriendschap.
Waar ze het al doende en na het opslaan van de kampementen over hebben? Over het leven en de liefde, over goede boeken en goed eten. En daar wordt dan weer royaal bij gedronken.
Boekrecensie De beklimming van de Mont Blanc
Wanneer de auteur, redacteur van de Franse uitgeverij Gallimard, in een persoonlijke crisis belandt, gaat hij in op het idee van de bevriende schrijver van reisboeken Sylvain Tesson om de Mont Blanc te gaan beklimmen. Na summiere voorbereidingen aanvaardt hij met een ervaren gids en nog een andere schrijver het hachelijke avontuur, dat met veel alcohol, kalmerende middelen en lichamelijk ongemak tot een goed einde wordt gebracht.
Om te bewijzen dat hij voorgoed genezen is van zijn hoogtevrees, zal hij eenmaal thuis ook nog even de Notre-Dame beklimmen.
Het weliswaar goed vertelde relaas blijft bij afwezigheid van de echte aanleiding voor zo’n waagstuk een beetje oppervlakkig en kent een gezellig ons-kent-ons-gehalte.
Zelf genieten van dit heerlijke boek?